bekend schreef:
BillGates schreef:
De belastingplichtige is dus schuldig tenzij hij zijn onschuld kan bewijzen. Omgekeerde bewijslast dus.
Dat laatste heeft te maken met strafrecht. Bij de belastingwetgeving is het niet ongebruikelijk dat er gevraagd wordt om iets aannemelijk te maken.
In casu is wel degelijk sprake van een verschuiving van de bewijslast van de inspecteur naar de belastingplichtige (omkering van de bewijslast).
De Afdeling advisering van de Raad van State schrijft in haar advies inzake het wetsvoorstel Overbruggingswet box 3 dan ook:
Citaat:
De Afdeling begrijpt de wens om peildatumarbitrage met als doel het verlagen
van de belastingheffing tegen te gaan. Zij is er echter vooralsnog niet overtuigd
van de thans voorgestelde regeling.
Deze regeling leidt tot een omkering van de bewijslast: een transactie binnen de
periode van drie maanden die – kort gezegd – leidt tot lagere heffing in box 3,
wordt geacht te zijn gericht op vermindering van belasting, tenzij de
belastingplichtige aannemelijk maakt dat aan de handeling zakelijke
overwegingen ten grondslag liggen. Het enkele feit dat een handeling binnen die
periode heeft plaatsgevonden en tot een lagere heffing leidt, is niet voldoende om
dit aan te nemen. Dit klemt temeer nu niet is geregeld wanneer de periode van
drie maanden aanvangt en belastingplichtigen, die zich hiervan niet bewust
waren, tot ruim vijf jaar na dato kunnen worden geconfronteerd met een verzoek
om bewijs te leveren. Dat betekent praktisch gezien dat de belastingplichtige over
een periode van zo’n zes maanden (drie voor, en drie na de peildatum) rekening
moet houden met deze omkering van de bewijslast en langdurig bewijs van niet-
fiscale overwegingen moet bewaren. [cursiveringen toegevoegd -Empire]