Bij een voor klagers positief vonnis van de rechter zou mogelijk een deel daarvan terugbetaald moeten worden

Ook belastingplichtigen die geen bezwaar hebben aangetekend tegen hun belastingaanslag, krijgen geld terug van de Belastingdienst als de rechter oordeelt dat de vermogensrendementsheffing niet deugt. Voorwaarde is dat hun belastingaanslag op vrijdag 26 juni nog niet definitief vaststond.

Dit blijkt uit het besluit van staatssecretaris Eric Wiebes om de duizenden bezwaarschriften tegen de vermogensrendementsheffing als een zogeheten massaal bezwaar te behandelen, ofwel als één zaak. Hierdoor vallen ook belastingbetalers die geen bezwaar hebben gemaakt en die op het moment van het besluit, 26 juni, nog geen definitieve aanslag hadden ontvangen, onder de procedure. Deze belastingbetalers hoeven ook geen bezwaar meer in te dienen. Als de rechter in hoogste instantie oordeelt dat de vermogensrendementsheffing niet door de beugel kan, krijgen ook zij te veel betaalde belasting terug.

Het bezwaar richt zich tegen het fictieve of forfaitaire rendement van 4% op vermogen waarvan in Box 3 van de inkomstenbelasting wordt uitgegaan. Over deze 4% wordt 30% belasting geheven. De bezwaarmakers zeggen al jaren geen rendement van 4% meer te halen op hun spaarrekening. De heffing zou daarmee in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Nadat de Bond van Belastingbetalers in 2014 een procedure startte tegen de vermogensrendementsheffing, zijn er volgens deze organisatie 10.000 bezwaarschriften tegen deze belasting ingediend. De bezwaarschriften hebben betrekking op heffingen die zijn opgelegd over 2013 en 2014. De Bond roept Wiebes op haast te maken met de behandeling van het massaal bezwaar.

Leuk is dat. Op 26 juni waren al heel veel aanslagen definitief. Die mensen kunnen fluiten naar compensatie? Lijkt mij oneerlijk en onbehoorlijk bestuur. Een ambtshalve correctie ten gunste van de belastingbetaler moet toch altijd kunnen?

De Hoge Raad is in het arrest van 3 april 2015 ingegaan op box 3 van de inkomstenbelasting. Inmiddels is in de media al behoorlijk wat aandacht geschonken aan dit arrest. Het gaat hierbij vooral om de opmerking van de Hoge Raad, dat het stelsel van box 3 in dit geval niet in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Maar in het algemeen overweegt de Hoge Raad ook het volgende: “Dit stelsel zou slechts dan in strijd komen met artikel 1 van het EP indien zou komen vast te staan dat het destijds door de wetgever voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van vier percent voor particuliere beleggers niet meer haalbaar is en belastingplichtigen, mede gelet op het toepasselijke tarief, zouden worden geconfronteerd met een buitensporig zware last”.