Een bijeenkomst van de Bond van Belastingbetalers in de Pulchri studio kon de mensen daar niet al te enthousiast maken over het veranderen van het belasten op werkelijk rendement in de toekomst.
Staatssecretaris Snel moest zich in alle bochten wringen om een geloofwaardig verhaal te vertellen, dit kwam niet goed aan bij de mensen die naar deze man luisterden, het ene excuus naar het andere. Terwijl Snel zijn naam wel eer aandoet op het eigenwoning forfait belastingtechnisch aan te passen. Nee overheid en betrouwbaarheid die zijn ver te zoeken in deze barre tijd voor spaarders.
Ik geef hier een quote weer van het artikel in de FD:
Citaat:
Doekje voor het bloeden
Voor de aanwezigen is dat slechts een doekje voor het bloeden. Zij willen weten hoe het staat met het onderzoek dat Snel op last van de Tweede Kamer laat doen naar een belasting van de werkelijke opbrengsten uit hun vermogen in plaats van de forfaitaire heffing die zij nu betalen. Dat onderzoek zou er in maart liggen en daarna voor het politieke zomerreces, maar is nog altijd niet binnen.
De D66-bewindsman hoopt dat het dit najaar echt zover is. Maar hij tempert meteen de verwachtingen dat dit veel zal veranderen. Snel kampt met een ontregelde Belastingdienst en prijst zich gelukkig dat 90% van de aangiftes voor de inkomstenbelasting digitaal gebeurt, zonder veel fouten. Dat komt volgens hem doordat de fiscus veel gegevens al heeft ingevuld en de belastingbetaler die alleen hoeft te controleren.
Stap terug
Een vermogensheffing op basis van werkelijke opbrengsten betekent dat de Belastingdienst de hoogte van het belastbare inkomen pas na de aangifte kan vaststellen, aldus de staatssecretaris. Snel vindt dat een stap terug in de tijd en lijkt niet van plan die te zetten.
Ondertussen zit het veronderstelde rendement in box 3 al een stuk dichter bij de werkelijke opbrengst dan vóór 2017, meent de staatssecretaris. Toen ging de fiscus standaard uit van 4%. Met ingang van vorig jaar leidt de Belastingdienst de forfaitaire rendementen af van wat sparen en beleggen in de markt opleveren, waarbij de dienst veronderstelt dat belastingplichtigen meer beleggen naarmate hun vermogen groter is.
De doelgroep zou kleiner zijn geworden aangezien de vrijstelling voor heffing richting € 30.000,- gegaan is, dat zou weer 300.000 Nederlanders minder zijn, die deze heffing moesten betalen.
Voor ouderen die spaarzaam zijn geweest in hun leven om van dit geld rond te kunnen komen is dit kabinet net als de vorige kabinetten Rutte II, III een ramp.
Tel uit je winst de inflatie gaat met de BTW verhoging van 50 % naar 2,4 % , de staat snoept nog even een verondersteld rendement op vermogen , die als het op een spaarrekening staat nog net 0,3 % kan renderen.
Daarboven hebben de afgelopen 10 jaren de pensioenfondsen de pensioenen niet geïndexeerd en zelfs gekort. Gevolg een achteruitgang van 20 % in 10 jaar in het te besteden inkomen.
De generatie die in de komende 10 a 15 jaar met pensioen gaan hebben minder te besteden, maar je kunt niet eeuwig de verzorgingsstaat laten groeien met een uitdijende bevolking met een groot aantal inactieven in de toekomst de staat moet dit financieren.